Zwaaien


Langs de A28, op een viaduct, stond een kindje met zijn moeder te zwaaien naar alle er onderdoor rijdende auto's. In de stromende regen, dus niemand zag het (of te laat, net als ik), maar dat maakte voor zijn enthousiasme niet uit. Dat kindje zag mensen waar het vriendjes mee wilde zijn, zoals kinderen doen als ze nog niet geleerd hebben hun hart te sluiten uit angst en (voor)oordelen.
Hij had zelfs zijn moeder zover gekregen haar gène overboord te gooien en mee te doen. Auto's raasden met minimaal 120km per uur onder deze uitnodiging tot vriendschap door. Maar mij speet het dat ik het te laat zag om een reactie te kunnen geven. En ineens herinnerde ik me een bijzonder moment, zo'n twee jaar geleden toen ik op de snelweg reed. Normaal zijn we zo afgesloten, ieder in zijn eigen rijdende comfortzone met een eigen mening over autorijden. Persoonlijk gruw ik van bumperklevers, getint glas, spoilers, suv's en ander imponerend blik. Sowieso de status van de auto is me een doorn in het oog. Dan rijd ik daartussen in mijn niet tot de middenklasse behorende Japannertje en vraag me  hoeveel van die grote-autorijders donaties doen aan Novib. En kan het niet allemaal wat langzamer en vriendelijker? Maar ineens zag ik mensen in al dat blik. Mensen van vlees en bloed, met kinderen, ouders, geliefden en huisdieren. Mensen die werken om hun rekeningen te betalen, mensen die graag behouden aankomen, mensen die hun weg zoeken in dit aards bestaan, mensen met lief en leed.  Het werd stil in mij, doodstil. Mijn auto leek over het asfalt te zweven met de andere auto's daar omheen draaiend, als in zo'n prachtig filmisch moment uit The Matrix. En de tranen stonden in mijn ogen. Er is geen ik, en er is geen ander. Als ik het maar kan zien. Niets scheidt mij van een ander dan mijn eigen angst. Wanneer ik me daardoor laat leiden zie ik mensen die anders zijn dan ik, met andere belangen. Maar als mijn hart spreekt zie ik gelijken, mensen die ik lief kan hebben. En wat een rijkdom is dat. Mijn autootje heeft zijn plekje op al die rijstroken, ook al is harder dan 110 niet zo comfortabel. Wie moet de rest anders nog inhalen als ze allemaal 140 kunnen? Laat ik ze dat heerlijke gevoel van glijden naar de linkerrijstrook en weer terug naar de rechter (alleen voor gevorderden) vooral niet ontzeggen. Misschien ga ik de volgende keer achter het stuur wel zitten zwaaien naar al dat getinte glas.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten